'Wie buigt?'

REPORTAGE, Thomas Hurkxkens

De belangen van ontwikkelingslanden zouden centraal staan bij de onderhandelingen over een vrije wereldhandel. Maar wordt er eigenlijk nog wel onderhandeld? IS praat u bij.

Het is stil in Geneve, bij het hoofdkwartier van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Het meer dat begint aan de achterkant van het gebouw, ligt er spiegelglad bij. Hier verzamelden zich tot voor kort regeringsleiders en demonstranten in een vaak hoog oplopende discussie over hoe het wereldhandelssysteem er uit zou moeten zien. De organisatie zag de oplossing in een vrije wereldhandel. Het handelssysteem zou eerlijk zijn als het gebaseerd is op onderlinge concurrentie tussen zowel rijke landen als ontwikkelingslanden. Die opvatting werd bestreden door maatschappelijke organisaties die onder meer wezen op het grote verschil in handelskracht tussen rijke en arme landen.

Inmiddels is er al jarenlang weinig vernomen vanuit Genève. Analisten stellen dat de stilte mede wordt veroorzaakt door de financiële crisis die zorgde voor een 12 procent afname in wereldwijde handel, maar de werkelijke oorzaken liggen dieper.

Het begon allemaal zo mooi acht jaar geleden in Doha, de hoofdstad van Qatar. Vlak na de aanslagen van 11 september kwamen ontwikkelingslanden en de Westerse economische grootmachten samen om nogmaals het belang van samenwerking op het gebied van handel te onderstrepen. De handelsregels die voor ontwikkelingslanden veelal ongunstig uitpakten zouden worden hervormd en Europa en de VS zouden stoppen met hun handelsverstorende subsidies op landbouwproducten zoals melk en katoen. De Doha-ontwikkelingsronde was geboren.

Lees het complete artikel op www.isonline.nl